Généalogie voir/zie: l'Etat présent de Noblesse
Claude-François Orban (1779-1826) x Antoinette de Xivry (1788-1858).
In de achttiende eeuw waren er heel wat Orbans te vinden onder de meester-leerlooiers in de provincie Luxemburg en later ook als maîtres des forges of eigenaars van hoogovens of smeltovens in het Luikse. Een van de leerlooiers was Claude-François Orban, die trouwde met Antoinette de Xivry, behorende tot een andere welvarende Luikse familie. Ze was de dochter van de 'haut justicier' of rechter Charles Louis de Xivry en van Charlotte d'Orsinfaing. Ze kregen twaalf kinderen, waarvan negen zoons. Claude-François stierf tamelijk jong. Hij was op de terugreis van de Beurs in Leipzig, kreeg in Aken een achterwaartse trap van een paard en overleed aan zijn verwondingen. De moeder zorgde voor de opvoeding van de kinderen en voor het verderzetten van de zaken.
De zonen doorliepen elk een welvarende carrière, waarbij ze tegen het einde ervan alleen nog de bekroning van een opname in de adellijke stand verlangden. In 1875 bekwamen ze 'de Xivry' aan hun naam te mogen toevoegen, in herinnering aan de uitgestorven familienaam van hun moeder.
In 1886 kwam de consecratie: zeven broers en de kinderen van een overleden achtste broer verkregen opname in de Belgische erfelijke adel. Een paar onder hen kreeg een (erfelijke) baronstitel. De wapenspreuk aangenomen door de barons Orban luidde: Defende inarmatos.
Naast de industriële activiteiten en naast het vaak voorkomende beroep van advocaat, waren de broers Orban en hun afstammelingen actief in tal van overheidsfuncties: burgemeester, schepen, vrederechter, provincieraadslid, bestendig afgevaardigde, gouverneur, en uiteindelijk volksvertegenwoordiger en senator. Niet minder dan vijf leden van deze familie zetelden in het parlement. |